Wanneer we het hebben over API's en koppelingen met diverse systemen, dan worden daar al snel technische termen gebruikt. In dit document vind je een eenvoudige uitleg over de gebruikte terminologie.


Term:Verklaring:
API

Application Programming Interface 

Communicatie tussen programma’s (zonder tussenkomst van gebruiker)

AuthenticatieDit is het proces waarbij je nagaat of een gebruiker, een andere computer of applicatie daadwerkelijk is wie hij beweert te zijn. Zie wikipedia voor meer uitleg.
ControllerVerzameling van o.a. endpoints.
EndpointAanspreekpunt voor een request, bijvoorbeeld GET /Opleidingen/{id} > GetById
RequestVerzoek voor ophalen, toevoegen, wijzigen, verwijderen van data.
ResponseAntwoord dat bestaat uit o.a. een Header en een Body (vaak JSON of XML)


HTTP Methods:
GETData ophalen
POSTData toevoegen
PUTData wijzigen (volledig)
PATCHData wijzigen (deels)
DELETEData verwijderen
Voor extra informatie klik hier.


HTTP Status codes:
200OK
201Created
204No Con


Client error:
400Bad Request
401Unathorized
Meer weten? Klik hier.
403Forbidden
Meer weten? Klik hier.
404Not Found
409Conflict
429Limiet bereikt
Meer weten? Klik hier.


Serverk error:
500Internal Server Error


Tip: meer weten? Klik dan hier.


Grant types:
Client Credentials:
  • Flow: clientId + secret > valideren > token
  • Gebruik: server-to-server
  • clientId + secret
  • Access Token URL: https://training.coachview.net/auth/connect/token
Meer weten? Klik hier.
Authorization Code
  • Flow: Inloggen > authenticeren > valideren > token
  • Gebruik: app / website
  • Handeling van user nodig
  • Veiliger/beter dan Implicit
Meer weten? Klik hier.
Implicit (legacy):
  • Flow: Inloggen > authenticeren > token
  • Gebruik: app / website
  • Handeling van user nodig
  • Bij voorkeur niet gebruiken; verouderde methode (legacy)
Meer weten? Klik hier.


Bijgewerkt tot en met versie 90