Lees meer over de begrippen van webhooks.

Begrippen
API (Application Programming Interface):
Een set definities en protocollen waarmee softwareapplicaties met elkaar kunnen communiceren, waarbij webhooks vaak deel uitmaken van een API-strategie.

Body:
De body van het HTTP-verzoek bevat de informatie die overgedragen wordt. In dit geval is dat de payload die door de webhook wordt verstuurd. De body is in JSON formaat

Callback URL:
De endpoint URL waarop de webhook de gegenereerde gegevens bezorgt, waar de applicatie luistert en de gegevens verwerkt.

Endpoint:
De specifieke URL binnen jouw applicatie waarop webhook-verzoeken worden ontvangen en verwerkt.

Event:
Een specifieke gebeurtenis of actie die een webhook activeert, zoals een nieuwe gebruikersregistratie of een statuswijziging.

Header:
Metadata over het webhook-verzoek, zoals content-type, payload-lengte en verificatie-informatie.

HTTP POST-verzoek:
Een HTTP-verzoek is een communicatie tussen een server en client met behulp van het HTTP protocol. Bij het uitvoeren van een webhook wordt HTTP-verzoek van het type POST verstuurd naar de callback-URL.

Payload:
De gegevens die met een webhook-verzoek worden verzonden, met informatie over de gebeurtenis of actie.

PII (Persoonlijk Identificeerbare Informatie):
Gegevens die kunnen worden gebruikt om een individu te identificeren. Dit kan zijn in de vorm van een naam, e-mailadres, telefoonnummer en meer. Deze informatie moet met zorg behandeld worden in webhooks zoals vastgelegd in de AVG-wetgeving.

Subscription:
Een abonnement dat geconfigureerd kan worden om naar specifieke events te luisteren waarvoor een webhook gestart moet worden.

Webhook:
Het mechanisme dat een HTTP-verzoek met payload verzendt wanneer een event plaatsvindt waarop een abonnement is geconfigureerd.